Bericht uit klas visie

Ons onderwijs is maat-werk

Dagdagelijkse zorg

  • Elke dag staat zorg bij ons op de eerste plaats.
  • Een leerling die zorg ervaart, groeit.

De leerkracht is de spilfiguur in de zorg voor de leerlingen. De leerkracht is de vertrouwenspersoon. De noden van de leerlingen worden door de leerkracht herkend en zij / hij anticipeert hierop. Dit gebeurt in het hele klasgebeuren. In die dagdagelijkse werking gaat de leerkracht allerhande werkvormen hanteren om de differentiatie en de groei zo ruim mogelijk te maken. De leerkracht zorgt voor een krachtige leeromgeving waar elk kind aan bod komt en evolueert. Niet elk kind kan hetzelfde op hetzelfde moment. Deze ongelijkheid in aanpak leidt tot gelijkheid in groeikansen. Elk kind krijgt kansen op haar / zijn niveau.

We leren leerlingen om hulp te vragen. Soms vragen zij hulp aan een klasgenoot. Dit is een meerwaarde: men hoort de uitleg op een andere manier, leerlingen krijgen verantwoordelijkheid. Men kent zo de sterktes van een medeleerling en kent zijn / haar talenten. Vaak vraagt de leerling uitleg aan de juf. De juf zet een stap terug tot op het niveau van de leerling. Van daaruit bouwt de leerkracht de leerstof terug op. Steeds wordt gecheckt of dit de juiste weg is. Kinderen leren zo ook reflecteren: waar heb ik hulp nodig / waar kan ik hulp bieden? Zo nemen leerlingen hun leren ook meer in eigen handen.

De leerkracht staat elke dag paraat met knowhow, zorgzaamheid, flexibiliteit.

Wij zorgen ook voor een brede leer – en leefomgeving. Zo vergroten leerlingen hun leefwereld. We gaan naar de bibtruck, het CCHa, de opera, sportwedstrijden, presentaties … We doen mee aan Meester op de Fiets, Kangoeroewedstrijd … We organiseren meerdaagse activiteiten.

Dit kadert in onze dagdagelijkse zorg. Waardoor ouders hun kinderen zien ontwikkelen op hun niveau. Dit geeft ouders vertrouwen in onze school.

Specifieke onderwijsbehoeften

  • We geloven in een brede zorg.
  • We zijn samen zorgzaam.

In onze school geloven we in een brede zorg, afgestemd op de specifieke onderwijsbehoeften van elke leerling. We vertrekken vanuit ons breed gedragen kindvolgsysteem. Hierin vinden we info over elk kind.

Wanneer blijkt dat een leerling een specifieke zorg heeft, gebeurt er eerst een objectieve observatie in de klas. Van daaruit gebeuren overlegmomenten met de ouders, het CLB, de zorgleerkrachten, de directie, externen. We gaan samen op zoek naar hulp, zowel in de school als, eventueel, daarbuiten. Indien nodig wordt er een individueel zorgplan opgesteld voor de leerling. Deze specifieke onderwijsbehoeften worden steeds beslist in overleg met de ouders. Ouders krijgen zo een duidelijker beeld van het leerproces van hun kind.

Ouders worden betrokken in dit traject. Ze krijgen ondersteuning en goede raad. We begeleiden ouders.

De juiste ondersteuning komt ten goede aan het zelfbeeld van de leerling. Het welbevinden verhoogt, de motivatie komt terug. De leerling leert zelfstandig werken met de geboden hulpmiddelen. Deze hulpmiddelen, compensaties schuiven mee door naar de volgende leerjaren. Ze worden ook vermeld op de Baso – fiche voor een goede start in het middelbaar onderwijs.

Ook op leerkrachtenniveau werkt een ondersteuner. Leerkrachten krijgen tips en adviezen, ook soms van externen, om de juiste stappen te zetten. Ook bijscholingen zetten leerkrachten op de goede weg. Zo voelt een leerkracht zich breed gedragen en staat de leerkracht er niet alleen voor. Dit vergroot ook de veerkracht van een leerkracht.

We geloven als school in de eigen leerkracht. We hanteren een zorgzame inzet die leerlingen zeker ten goede komt.

Groeikracht

  • Wij geloven in de groei – kracht van elke leerling.
  • Met een positieve mindset kijken we naar elk kind.

We hebben als leerkrachten het doel om een schoolklimaat te creëren waarin leerlingen vertrouwen krijgen zodat ze energie vinden om te groeien. We zetten leerlingen in hun kracht en die kracht gebruiken de leerlingen dan om zich in te zetten voor zichzelf en anderen. We zullen groeistapjes, hoe klein ook, steeds zien, benoemen en bekrachtigen. Elke leerling krijgt vertrouwen door positieve feedback.

Groeikracht uit zich in een positief welbevinden. Leerlingen durven verantwoordelijk zijn en gedragen zich in ruime mate zelfstandig. Ze weten dat fouten maken, mag. Dit noemen wij immers als een groeimoment. Leerkrachten geven procesgestuurde feedback.

Leerlingen zijn veerkrachtig en beginnen opnieuw na een foutje.

Met een positieve mindset benaderen de leerkrachten de leerlingen. Zij geloven in de flexibiliteit van het kinderbrein en geloven dus ook dat er een heel positieve weg met een leerling kan afgelegd worden. Leerlingen evolueren door het geloof van de leerkrachten in elke leerling.

Een groeikrachtige leefomgeving motiveert leerlingen om te willen leren. Leerlingen willen verder geraken , willen weten, willen hun grenzen verleggen.

Ouders zien deze groeikracht en beleven dit als positief. Immers, positieve leerlingen, geeft positieve ouders.

Schoolloopbaan

  • We zorgen voor een vlotte overgang naar volgende leerjaren.
  • We staan als team klaar om al onze leerlingen te leren kennen.

Er wordt op verschillende manieren en op verschillende niveaus aan integratie gewerkt. We beogen zo een overstap op maat. Dit zorgt voor een veilig en positief klimaat op school. Leerlingen voelen zich vertrouwd bij de verschillende leerkrachten.
In de kleuterafdeling gebeuren er integratiemomenten tussen de school in de Kleinstraat en de wijkafdeling in de Vossenbergstraat. Zo leren de kleuters elkaar beter kennen. De kleuters maken kennis met de andere leerkrachten, met een andere school. Zo zijn ze niet vreemd voor elkaar wanneer ze de overstap maken naar het eerste leerjaar.

De vijfjarige kleuters gaan regelmatig in het schooljaar op bezoek in het eerste leerjaar. Ze verkennen de klas, raken gewend aan de juf of meester. Ze leren een letter, een getal … Ze doen kleine opdrachtjes. Zo verkleinen we de overstap van kleuterschool naar eerste leerjaar. We willen dat dit zo natuurlijk mogelijk verloopt. De start in het eerste leerjaar gaat vlot en voelt niet geforceerd.

De leerlingen van het eerste leerjaar gaan dikwijls terug meespelen in de kleuterklas. Zij genieten van dit spel en leven zich uit. Na dit ontspannen moment zijn ze weer zeer gemotiveerd om mee te werken in de eerste klas.

De leerlingen van het tweede leerjaar maken we klaar voor de graadklas van het volgende schooljaar. Ze gaan met de leerlingen van de tweede graad naar de opera, de film. Ze spelen samen een bosspel. Het tweede leerjaar gaat enkele keren mee les volgen met de leerlingen van het derde leerjaar. Dit zijn immers hun klasgenoten voor het volgende schooljaar. Ze leren bij al deze activiteiten ook de leerkrachten goed kennen. Dit maakt voor hen de stap naar de graadklas gemakkelijker.

In de tweede graad, waar de leerlingen voor het eerst in een graadklas les volgen, bestaat er het meter – peterschap. Een leerling van het vierde leerjaar wordt buddy van een leerling van het derde leerjaar. Dit wordt door die laatste groep erg gewaardeerd. De oudere leerlingen helpen waar kan, zijn een luisterend oor, helpen met praktische zaken, staan steeds klaar. Er ontstaat een mooie vriendschap tussen beide leerlingen. Zo voelen de leerlingen van het derde leerjaar zich gewaardeerd en welkom in de graadklas.

De leerlingen van het vijfde leerjaar doen aan tutorlezen met de leerlingen van het tweede leerjaar. Ze zijn fier dat ze hun expertise kunnen inzetten. De leerlingen van het vijfde leerjaar leren positieve feedback geven. Ze worden samen echte leesvrienden.

De leerlingen van het zesde leerjaar zijn meter of peter van een leerling van het eerste leerjaar. Zij nemen deze taak zeer ernstig. Zij zijn op de speelplaats het aanspreekpunt voor de leerlingen van het eerste leerjaar. Zij staan met woord en daad klaar voor de eersteklassers. Af en toe werken ze ook samen in de klas: bij een knutselmoment, een kiesuur, een werkje op de computer of ipad, een leesmoment … Zo voelen de leerlingen van het eerste leerjaar zich gekoesterd en graag gezien.

Elk schooljaar starten we met een Vriendschapsdag. We spelen klasdoorbrekend om mekaar beter te leren kennen. De leerlingen leren alle leerkrachten kennen. Dit gebeurt op een speelse, ongedwongen manier. Het verhoogt het wederzijds vertrouwen en versterkt de vriendschapsbanden tussen de leerjaren.

In het zesde leerjaar gaan de zesdeklassers op bezoek in verschillende secundaire scholen in de buurt. Ook die overgang willen we soepel laten verlopen. We werken met de leerlingen aan deze overstap. We volgen een werkwijzer van het VCLB. We praten over de verschillen, maar vertellen zeker wat de leerlingen al aan bagage meekregen gedurende hun schooljaren om mee te nemen naar het middelbaar onderwijs. Wij zetten in op kritische, positieve leerlingen die geloven in hun eigen kunnen. Zo zijn zij klaar voor deze stap. Ook de Baso-fiche zorgt voor een vlotte overgang naar het secundair onderwijs. Deze fiche wordt gemaakt in samenspraak met de ouders en geeft een goed zicht op de schoolloopbaan van de leerlingen.

Dit alles geeft leerlingen veiligheid tijdens hun schoolloopbaan. Overstappen worden minder groot. Angst voor het onbekende proberen we om te buigen naar nieuwsgierigheid en verwondering voor het nieuwe. Leerlingen worden aangemoedigd om stappen te zetten in een veilig en vertrouwd klimaat.

De ouders worden hierdoor gerustgesteld en zien hun kinderen groeien gedurende hun schooltijd. Ouders worden goed geïnformeerd over de stappen die hun kinderen zetten. Ze zien de mogelijkheden van hun kinderen steeds groter worden.
De leerkrachten observeren de leerlingen en zorgen zo voor een goede opvolging. Info over de leerlingen wordt doorgespeeld aan de betrokken leerkrachten. Zo worden leerlingen degelijk gestuurd en begeleid. Met als resultaat een succesvolle schooltijd in onze school.

Kansenrijk onderwijs

  • Onze leerlingen zijn onze gezamenlijke verantwoordelijkheid.
  • Een school op maat van elk kind.

We streven er naar om elke leerling individueel alle kansen te geven. Door kinderen ongelijk te behandelen, krijgen ze gelijke groeimogelijkheden. We vangen de noden van de leerlingen op door een brede kijk van alle leerkrachten in het team. Dit resulteert in een zeer goed kindvolgsysteem. We hebben oog voor alle noden: sociaal, cognitief, motorisch, thuissituatie, emotioneel …

Op school krijgen alle leerlingen de kans om buiten hun comfortzone te treden. Ze doen dit omdat ze vertrouwen voelen. Ze voelen zich gedragen door het leerkrachtenteam. Leerlingen gaan exploreren en nieuwe dingen ontdekken. Er is niet alleen de aandacht voor de leerstof, maar ook voor cultuur, sportieve prestaties, een opera, een theaterstuk, de bibliotheek … Een nieuwe wereld gaat zo open voor leerlingen.

Leerlingen krijgen veel kansen op onze school. Leerlingen worden hierdoor zelfzekerder. Ze geloven in hun kracht. Het vertrouwen en het zelfbeeld groeit.

Leerkrachten en ouders werken samen aan de opvoeding van de leerlingen. We zetten initiatieven op rond bepaalde thema’s: zindelijkheidstraining, leren leren, schermtijd … Leerkrachten zijn steeds aanspreekbaar. Dit geeft ouders houvast, ze staan niet alleen.
Het is waardevol dat ons schoolklimaat ervoor zorgt dat ook leerlingen met extra noden hier goed gedijen. Elke leerling telt mee. Elke leerling is een VIP op onze school.